Is er hoop na de dood?

Bekijk hier de video

De vroegtijdige dood van Michael Jackson op 25 juni 2009 schokte de wereld. Tijdens de uitvaartdienst op 7 juli in het Staples Center in Los Angeles probeerde actrice Brooke Shields moedig de rouwende fans van de King of Pop te troosten. Ze sprak hen in tranen toe: “Laten we opkijken naar waar hij zich nu ongetwijfeld bevindt: uitrustend op een halve maan”.

Waar ging Michael Jackson echt naartoe? Waar gaan wij eigenlijk naartoe na de dood? Gaan de heiligen meteen omhoog naar de hemel, terwijl de verloren zondaars in de hel afdalen? Is er een tussenstop, ook wel eens vagevuur genoemd? Veranderen we in geesten, om aan de “andere kant” rond te zweven? Of is er een reïncarnatie? Is het echt mogelijk dat we terugkomen als een muis of een ander levend wezen?

Onze wereld is vol van tegenstrijdige theorieën, maar wij zullen slechts één bron raadplegen: de Bijbel. Het laatste boek van de Bijbel, Openbaring, waarschuwt ernstig dat een onzichtbare gevallen engel, genaamd Satan, “de hele wereld misleidt” (Openbaring 12:9). Als dit waar is, mogen we aannemen dat de meerderheid van de mensen zich over veel belangrijke zaken vergissen. Wat gebeurt er met een overleden persoon, als er aan het einde van een begrafenis gezegd wordt: “stof ben je, tot stof keer je terug”?

Drie basisopvattingen

Er zijn drie basisopvattingen over de dood, waar de meeste andere ideeën in kunnen worden ondergebracht.

Met de dood is alles voorbij: Deze opvatting is heel populair, maar ook nogal luguber. Ze wordt gepromoot door hen die geloven dat alle realiteit gereduceerd kan worden tot wat de wetenschap kan verklaren. Vertrekkende vanuit het eigen dogma “Ik geloof enkel wat ik kan waarnemen”, neemt men aan dat de dood het absolute einde is. We sterven, gaan in ontbinding, worden voedsel voor de wormen, en dan… ben je voorgoed verdwenen.

De onsterfelijke ziel: Deze tweede opvatting komt het meest voor. Ze zegt dat wanneer je sterft alleen het lichaam vergaat, terwijl het hogere zelf (of ‘ziel’) zijn weg voortzet, net zoals een slang zijn huid afschudt. Vele religies verschillen van mening waar de ziel na de dood heen gaat, maar de meeste zijn het eens met het basisidee van ‘het voortleven van de ziel’.

Sterfelijke zielen en de opstanding: De derde opvatting stelt dat het woord ‘ziel’ betrekking heeft op de gehele mens, en niet op een afzonderlijk, onsterfelijk aspect van de mens dat verder leeft wanneer het fysieke lichaam sterft. Toen God Adam schiep, blies Hij de levensadem in hem en “alzo werd de mens tot een levende ziel” (Genesis 2:7; SV-J). De mens heeft in zichzelf dus geen ziel, maar hij is een ziel. Nadat de mens gezondigd had, werd de hele persoon, dus ziel, sterfelijk en onderworpen aan de dood. Wanneer zondaars sterven, keren ze terug tot stof en de levensadem keert terug naar God. Deze ‘levensadem’ is geen bewuste geest, die bijvoorbeeld een bezoek aan Brussel kan brengen nadat het lichaam net begraven werd in Eindhoven. De ‘levensadem’ is de goddelijke vonk van het leven die in alle levende wezens aanwezig is. Volgens deze opvatting is een overleden persoon dus helemaal dood; dat betekent zonder enig bewustzijn, stil ‘slapend’ in het graf, in afwachting van de dag van de opstanding.

Welke theorie is de juiste? Met het nihilisme van het atheïsme kunnen we het niet eens zijn, omdat we geloven dat er een God is en dat Zijn Woord waarheid is. Maar hoe zit het met de andere twee opvattingen en hun tegenstrijdige ideeën over de aard van de ziel? Wat zegt Gods Boek, de Bijbel, daarover?

Bijbelse feiten over de dood

Zoals eerder aangehaald, leert de Bijbel dat toen God Adam schiep, hij “een levende ziel werd” (Genesis 2:7; SV-J). Jaren later gingen “70 zielen” naar Egypte (zie Exodus 1:5). Uit de context kan je duidelijk opmaken dat het hier niet ging om 70 ‘geesten’, maar 70 levende personen, die naar Egypte trokken. In de Bijbel is een ziel dus een persoon.

Hoe zit het dan met de zogezegde onsterfelijkheid van de mens? Als je het woord ‘onsterfelijkheid’ opzoekt in een Bijbelconcordantie, ontdek je dat het enkel van toepassing is op God. God “bezit als enige onsterfelijkheid” (1 Timoteüs 6:16) en pas na de opwekking van Zijn heiligen bij de wederkomst van Jezus Christus zal het “sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleden” (zie 1 Korintiërs 15:52-55). Zijn heiligen kunnen toch niet met onsterfelijkheid bekleed worden als ze dat ervoor ook al hadden.

Dan is er nog het feit dat in de Bijbel de dood een ‘slaap’ wordt genoemd. In het Oude Testament bad Koning David om bescherming tegen de “doodsslaap” (Psalmen 13:4; NBV). Er staat dat, aan het einde van de wereld, zij “die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken” (Daniël 12:2). Dus de doden liggen rustig te “slapen in het stof der aarde” tot de dag van de opstanding.

Met betrekking tot die periode tussen dood en opstanding, benadrukt de Bijbel nog: “de doden weten helemaal niets” (Prediker 9:5). ‘Niets’ betekent echt niets. Vijf verzen verder verduidelijkt Salomo: “er is geen werk, geen overleg, geen kennis of wijsheid in het graf,