De kerk – geheime opname – Israël in de eindtijd

DE KERK – GEHEIME OPNAME – ISRAËL IN DE EINDTIJD
Drie mannen gaan op reis met de trein. Het zijn goede vrienden, ook al staan ze alle drie verschillend in het leven. De ene is niet-kerkelijk en weet ook niet veel van geloof af. De tweede is een overtuigd en meelevend lid van een evangelische gemeente. De derde is lid van een protestantse kerk en staat volop in de protestantse traditie van ‘de Bijbel en de Bijbel alleen’ als het gaat over geloofszaken.

In de trein komen ze in de buurt te zitten van een paar mensen die een levendig gesprek met elkaar voeren. Het drietal zit echter te ver weg om het gesprek goed te kunnen volgen, maar af en toe vangen ze wel enkele woorden op, sommige daarvan komen zelfs regelmatig terug. Als het andere gezelschap uitstapt, raken de vrienden naar aanleiding van het ´afgeluisterde´ gesprek in een diepgaande discussie met elkaar.

De niet-kerkelijke vriend begint het eerst. Nou, zegt hij, ik heb het niet erg goed kunnen volgen. Maar ik kreeg de indruk dat die mensen naar Israël gaan of zo. Er moet daar iets bijzonders aan de hand zijn, of spoedig gaan gebeuren. Ze waren er nogal opgewonden over. Ik weet niet wat die mensen daar precies gaan doen, misschien zijn ze van een of andere omroep, de EO of zo. Maar ze hebben, denk ik, wel een verborgen camera mee, want ik hoorde ze praten over de ‘geheime opname’. Zal dus wel zoiets zijn…

Die opmerking ontlokt de evangelische vriend een glimlach. Nee, vriend, zegt hij, jij hebt er echt geen idee van waar ze het over hadden. Ik heb een aantal kernbegrippen uit hun gesprek goed herkend en voor mij het was heel duidelijk: het waren een paar geloofsgenoten van me.  Als je wilt, zal ik je in grote lijnen uitleggen waar hun gesprek over ging. Zijn vriend zegt OK, dat is goed, en de andere vriend zegt dat hij ook wel graag wil weten wat zijn evangelische vriend te vertellen heeft.

DE EVANGELISCHE VRIEND GEEFT ZIJN VISIE OP DE EINDTIJD …

Eindtijd verwachting en Israël
De evangelische vriend begint zijn verhaal. Wij geloven dat we in een heel bijzondere tijd leven. De Bijbelse profetieën over het einde van de wereld zijn van toepassing op onze generatie. Sommige van die voorzeggingen zijn al vervuld en we verwachten dat veel andere elk moment in vervulling kunnen gaan. Alle profetieën over de eindtijd bereiken hun climax in de terugkeer van de Messias. Zijn komst heeft veel met de oudtestamentische profetieën en het huidige volk Israël te maken. In het verleden zijn vanwege de ongehoorzaamheid van Israël alle vervloekingen over hen uitgekomen. Maar God zal nu ook nog alle zegeningen die hij het volk ooit heeft beloofd letterlijk in vervulling doen gaan. Daarom geloven wij dat er een belangrijke rol is weggelegd voor het Joodse volk tijdens de gebeurtenissen die zullen plaatsvinden vlak voor de terugkeer van Jezus de Messias. De belangrijkste profetie over Israël in de eindtijd is wel die van de ‘70 weken´.

Israël en de ’70 weken’
Tijdens de Babylonische ballingschap (605-536 v. Chr.) gaf God aan de profeet Daniël enkele indrukwekkende visioenen. Een van de belangrijkste daarvan is opgetekend in het boek Daniël, hoofdstuk 9. Daar wordt gesproken over een periode van ‘70 weken’ die bepaald zijn over Israël. Omdat het hier een profetische tijdsperiode betreft, zijn veel Bijbelverklaarders het erover eens dat dit geen letterlijke weken zijn, maar 70 ‘profetische weken’. Dat betekent dat elke ‘profetische dag’ in werkelijkheid staat voor één letterlijk jaar. In het geval van deze ‘70 weken’ hebben we dus te maken met 70 x 7 = 490 profetische dagen, ofwel 490 letterlijke jaren. Bijbelverklaarders hebben vastgesteld dat de eerste 69 weken (dat is 69 x 7 jaar) reikten tot het optreden van Jezus bij zijn eerste komst. Maar nu geloven wij dat die 70e week niet direct aansluit bij de voorgaande 69 weken (en dus niet in vervulling ging ten tijde van Jezus). In onze visie heeft die laatste week betrekking op de laatste zeven jaar voorafgaand aan de wederkomst van Jezus. Tegen de tijd dat die laatste periode van zeven
jaar aanbreekt, zal Israël steeds meer op de voorgrond treden en zullen ook de vele indrukwekkende toekomstprofetieën over Israël,  bijvoorbeeld die uit Ezechiël en de Openbaring, worden vervuld.

Naar onze opvatting is het stichten van de staat Israël in 1948 een belangrijke stap in het proces van voorbereiding op die laatste gebeurtenissen. Binnen onze kringen bestond zelfs de mening dat binnen een tijdsbestek van 40 jaar (d.i. één generatie) na het ontstaan van de staat Israël alle profetieën over het Joodse volk zouden worden vervuld, dus voor 1988. Die overtuiging leek te worden bevestigd toen in 1967 ook Oost-Jeruzalem in handen van Israël kwam. Helaas is het daarna niet meer volgens onze verwachting gegaan. Bij nader inzien was het van onze kant eigenlijk een on-Bijbelse poging om specifieke data voor bepaalde gebeurtenissen te berekenen. We hebben daarvan geleerd.

We moeten dus vaststellen dat de 70e week nog niet is aangebroken. Maar we zijn er nog altijd vast van overtuigd dat die tijd niet lang meer op zich zal laten wachten. Eerst moeten nog wel enkele belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden. Eén daarvan heeft te maken met de Kerk van Christus.

God heeft een verschillend ‘programma’ voor Israël en voor de Kerk
Naar onze overtuiging heeft God een bepaald plan met de Kerk, en een ander plan met Israël. Die visie verklaart ook onze opvatting over de ‘time-gap’, dat wil zeggen het interval tussen de 69e en 70e week van de profetie uit Daniël 9, waaraan ik hiervoor heb gerefereerd. Tijdens dit interval van ongeveer 2000 jaar heeft Israël zich door haar ongeloof tijdelijk ‘buitenspel’ gezet. Daarom heeft God de verkondiging van het evangelie aan de Kerk toevertrouwd. Onder ‘de Kerk’ verstaan we de gemeenschap van al degenen die in Jezus geloven, niet alleen uit de heidenen maar ook uit de Joden. Wij geloven dat zodra het evangelie in de hele wereld verkondigd is, God zijn beloften aan de Kerk zal vervullen. Maar dan is volgens ons ook de tijd rijp dat God al zijn beloften en zegeningen aan Israël zal waarmaken.
Jullie vragen je nu wellicht af wat die beloften van God aan de Kerk en al die zegeningen voor Israël inhouden. Ik zal proberen dat kort toe te lichten.

Gods ‘programma’ voor de Kerk: de geheime opname
Wij geloven in de zogenaamde ‘geheime opname’ van de Kerk. Wat bedoelen wij daarmee? Wat is die ‘opname’ en wat is er ‘geheim’ aan? Welnu, Christus heeft aan de Kerk beloofd dat hij zal terugkeren ten gunste van de gelovigen. Op het moment dat hij komt, worden de gelovigen die al zijn gestorven, opgewekt met een onsterfelijk lichaam. Die fysieke aanpassing is nodig, anders kunnen ze de reis naar de hemel niet maken. Tezelfdertijd krijgen ook de levende gelovigen een onsterfelijk lichaam. Na deze verandering gaan ze samen met Christus naar de hemel om daar bij God te zijn. Dat is wat wij bedoelen met de ‘opname’.

Maar wat is het ‘geheime’ element hierbij? De voornoemde onsterfelijkheid zal de gelovigen worden toebedeeld in een “ondeelbaar” ogenblik (zie o.a.1 Kor. 15:35-54). Dat wil zeggen: in een flits, een split-second, en wel zó snel dat het voor de ongelovigen een mysterie is, een geheim dat zij niet doorgronden. Zij staan voor een compleet raadsel wanneer zij beseffen dat miljoenen gelovigen van de aardbodem zijn verdwenen zonder een spoor achter te laten. Vandaar dat wij spreken over de opstanding en hemelvaart van de gelovigen als ‘de geheime opname’. Het is overigens goed te beseffen dat Christus zelf bij deze gebeurtenis voor de ongelovigen onzichtbaar zal zijn, dus ook dat past bij het ‘geheime’ element van de opname.

Gods ‘programma’ voor Israël: een cruciale rol voor de Joden en ‘de grote verdrukking’
Het is belangrijk te beseffen dat de opname van de gelovigen het begin markeert van de 70e week uit Daniël 9. Dan beginnen de ‘laatste zeven jaar’ voorafgaand aan de zichtbare wederkomst van Jezus. Israël, zal in die tijd een heel belangrijke rol gaan spelen. Overigens zal dat geen aangename tijd zijn. Er zullen zich in die periode talrijke enorme calamiteiten voordoen, bijvoorbeeld in de natuur, maar ook zal de mensheid worden getroffen door allerlei vreselijke ziekten, en verder zullen we dramatische ontwikkelingen zien op economisch, politiek en religieus gebied. Een groot deel van al die ingrijpende gebeurtenissen zal in en rond Israël plaatvinden. Op een gegeven moment zal het bestaan van de Joodse staat zelfs aan een zijden draadje lijken te hangen. Dat is ook de tijd dat de zogenaamde ‘grote verdrukking’ zal plaatsvinden. Dan zal de Antichrist in Jeruzalem heersen en zijn terreur over de Joden uitoefenen. Maar God zal op wonderlijke wijze ingrijpen en zijn volk voor de ondergang behoeden. Hij zal al hun vijanden vernietigen. Dat zal leiden tot een massale bekering van de Joden en de weg openen voor de Messias om zijn rijk op aarde te vestigen. Dit is in een notendop wat ons (en de wereld) te wachten staat.

Ik begrijp dat dit voor jullie allemaal nieuw is. Het is best wel een ingewikkelde materie en daarom zal ik de belangrijkste politieke en religieuze aspecten van de eindtijd nog wat nader toelichten. Ik zal proberen dat zo kort en overzichtelijk mogelijk te doen.

Eindtijd: herstel van Israël en belangrijke politieke ontwikkelingen (Armageddon)
Wanneer de ‘laatste zeven jaren’ precies zullen beginnen, is niet bekend. Eerst moet nog aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Ik heb ‘de geheime opname’ van de Kerk al genoemd. Dat is nu uiteraard nog niet gebeurd, maar het kan wel heel spoedig plaatsvinden.
Wat Israël en de wereld in het algemeen betreft, staan ons de volgende ontwikkelingen te wachten. Het ‘materiële herstel’ van Israël moet volledig worden gerealiseerd. De oprichting van de staat Israël was daarvan het begin. Sinds Jeruzalem in handen van de Joden is, streven sommige fundamentalistische Joodse (en ook wel protestants-christelijke) groeperingen ernaar daar een ‘derde tempel’ te bouwen. Daarin kunnen dan weer ongehinderd de Joodse offerdiensten en rituelen plaatsvinden. Dit ‘materiële herstel’ van Israël is nu dus al voor een deel gerealiseerd, maar voornamelijk op de herbouw van de tempel lijken we toch nog even te moeten wachten.

Een andere voorwaarde is dat zich in de wereld vier grote machtsblokken moeten gaan manifesteren. Elk van hen zal in de eindtijd een belangrijke rol spelen, waarbij ze tevens een enorme bedreiging zullen vormen voor Israël. Tegen die tijd zal Jeruzalem zich hebben ontwikkeld tot een religieus, cultureel en economisch centrum van wereldformaat. Door hun economische voorspoed en grote materiële rijkdom is het Joodse volk een aantrekkelijke prooi voor deze grootmachten. Het zal dan ook worden aangevallen door één van die vier machtsblokken, een confederatie van volkeren onder leiding van Rusland. Voordat ze Israël aanvallen, zal ´Rusland´ eerst het tweede machtsblok vernietigen, bestaande uit de Arabische landen met Egypte aan het hoofd. Na deze overwinning is Rusland vastbesloten om Israël totaal uit te roeien. Maar God keert zich tegen dit barbaarse leger en Israël wordt van de ondergang gered. Om dit te realiseren, maakt God gebruik van het derde machtsblok. Dat is het herrezen Romeinse Rijk, dat geografisch gezien in grote lijnen overeenkomt met de landen van het Verenigd Europa. Dit Rijk zal worden geleid door een Prins, die met zijn leger de Russische confederatie zo grondig verslaat dat ze niets meer te betekenen hebben.
Nu de Arabische landen en de Russische confederatie zijn uitgeschakeld, blijven er nog twee machtsblokken over. Het ene is dus dit herrezen Romeinse Rijk, waarschijnlijk met Amerika en nog veel andere Westerse landen als bondgenoten. Het andere is in opkomst, in het Verre Oosten. Het is de Rood-Chinese oorlogsmachine bestaande uit een krijgsmacht van zo’n 200 miljoen soldaten. Deze twee supermachten gaan elkaar treffen in Armageddon. De Chinezen zullen dan een derde deel van de wereldbevolking uitroeien, vermoedelijk met een kernoorlog. Naar onze overtuiging is dat de vervulling van de profetie van de vijfde bazuin uit Openbaring 9:1-12.
Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat, volgens onze uitleg van Openbaring, dit al ergens tussen 1980 en1990 had moeten gebeuren, maar dat is dus nog niet het geval geweest.
Niettemin is de strijd te Armageddon dichtbij en dat zal een ongekend gruwelijk treffen zijn.
Deze oorlog valt samen met Gods oordelen over een onboetvaardige wereld. Behalve alle dood en verderf dat Armageddon in die regio zal brengen, zullen volgens Openbaring 16:19 dan ook alle grote steden van de wereld worden weggevaagd. Israël is heel intensief bij dit
strijdtoneel betrokken. Rond Jeruzalem zullen vreselijke veldslagen en slachtingen plaatsvinden. Wanneer deze ‘veldslag aller veldslagen’ zijn hoogtepunt bereikt, zal Jezus met alle heiligen uit de hemel terugkeren naar de aarde. Dan zal hij het Duizendjarig Vrederijk op aarde stichten en vanuit Jeruzalem over de hele aarde heersen.

Eindtijd: religieuze aspecten (Antichrist)
Bij alle bovenstaande vreselijke gebeurtenissen zijn politieke en religieuze machten en motieven nauw met elkaar verweven. De politieke aspecten zijn hierboven al aan de orde geweest. Wat het religieuze element aangaat, zullen we vooral te maken krijgen met het herrezen Romeinse Rijk. Het is nu al zo dat de wereldvrede ver te zoeken is en dat er anarchie heerst op grote schaal. Daarom zal er weldra een roep te horen zijn om een sterke macht. Die zal de weg vrij maken voor het optreden van een dictator die belooft de orde te herstellen en vrede te brengen. Zo’n sterke persoonlijkheid zal voortkomen uit dit herrezen Romeinse Rijk. Deze nieuwe ‘Führer’ zal een Prins zijn die zich aanvankelijk mooi voordoet. Hij zal onder andere een verbond sluiten met het Joodse volk. Ze mogen dan tijdens de eerste helft van de ‘zeven-jaar’ periode in alle vrijheid hun Mozaïsche offerdiensten en rituelen in de tempel verrichten. Maar na deze periode van 3,5 jaar laat die Prins zijn ware aard zien. Hij blijkt de Antichrist te zijn die verraad pleegt aan Israël. Hij zal zijn troon dan in Jeruzalem vestigen, en daar de tempel binnengaan om zich als God te laten vereren.
Iedereen die Christus trouw wil blijven, zal dan ongekend zware vervolgingen hebben te doorstaan. Dit is ‘de grote verdrukking’ waarover Jezus sprak in Mattheüs 24:21.

Je vraagt je nu misschien af waar de Christenen in die tijd vandaan komen, want die waren toch allemaal  bij de ‘geheime opname’ naar de hemel gegaan? Dat klopt, maar nadat die Christenen zijn opgenomen, zal God zich op bijzondere wijze aan 144.000 Joden openbaren. Zij zullen Jezus aannemen als de ware Messias. Vervolgens zal deze groep zich ontpoppen als de vurigste evangelisten die ooit op aarde hebben geleefd. Volgens Openbaring 7:9-14 zullen ze zoveel mensen bekeren dat ze niet eens meer geteld kunnen worden. Die bekeringen zullen hun hoogtepunt bereiken wanneer Armageddon begint, en God het Joodse volk redt van de ondergang. Al deze gelovigen zullen 3,5 jaar lang het doelwit zijn van de vervolging door de Antichrist.

Hoe weten we nu dat het satanische regime van de Antichrist 3,5 jaar zal duren? Dat baseren we op de tijdsprofetie uit Openbaring 13:5. In dat hoofdstuk wordt de Antichrist gesymboliseerd door het beest dat opkomt uit de zee. Hij zal de gelovigen terroriseren voor een periode van 42 maanden. Gedurende die tijd zal hij ook Gods naam en zijn tempel lasteren. Dat beest is dus de Antichrist en 42 maanden is uiteraard hetzelfde als 3,5 jaar. Dat is dus zolang zijn schrikbewind zal duren.
Aan het einde van deze 3,5 jaar komt Christus terug om zijn volk van deze plaag te verlossen, en zijn Duizendjarig Rijk op aarde te vestigen.
Dit Rijk vormt het voorspel tot Gods eeuwige heerschappij over de aarde. Je ziet dus dat veel van de politieke en religieuze gebeurtenissen in de eindtijd nauw met elkaar verband houden en voor een groot deel samenvallen.

Alles wat ik jullie nu heb verteld, is in grote lijnen wat wij geloven over de Kerk, de ‘geheime opname’ en Israël in de eindtijd. Laat maar horen, als je er vragen of opmerkingen over hebt!

DE VRIENDEN REAGEREN OP ZIJN UITLEG

De niet-gelovige vriend reageert eerst
Ik zie nu wel dat ik er totaal geen idee van had waarover jouw geloofsgenoten het hadden. Ik vind jouw verhaal wel interessant, maar kan er verder niet veel mee. Die geheime opname, daar geloof ik niets van: dat een buschauffeur of een piloot tijdens zijn werk zomaar ineens zou verdwijnen, of dat jij bijvoorbeeld weer thuiskomt na het boodschappen doen en je tot je schrik merkt dat je kinderen intussen zomaar ‘opgenomen’ zouden zijn, plotsklap weg, verdwenen. Dat zie ik allemaal niet zo zitten. En wat het ontstaan van de staat Israël betreft: ik denk dat, na de Holocaust, het collectief schuldgevoel van de Christelijke landen ten opzichte van de Joden een belangrijkere rol heeft gespeeld dan de profetieën waarover jij het had. De Joden hebben het volgens mij aan de Westerse landen te danken, middels een besluit van de Verenigde Naties, dat zij nu een eigen staat hebben. Dat zie ik niet als iets wat God voor hen gedaan zou hebben. Maar goed, ik ben ten slotte maar een ‘ongelovige’ en kan het dus ook mis hebben. Het is allemaal jouw overtuiging, maar die kan ik helaas niet met je delen.

Dan reageert ook de protestantse vriend
Die heeft een aantal kritische vragen en opmerkingen over het verhaal van zijn evangelische vriend. Hij reageert als volgt: Ik heb met belangstelling geluisterd naar wat je allemaal hebt verteld. Ik waardeer heel erg jouw betrokkenheid op de Bijbel en ben ervan overtuigd dat je alles heel oprecht meent. Dat betekent echter niet dat ik het met jouw uitleg eens ben. Ik denk eigenlijk dat het tegendeel waar is. We moeten goed beseffen dat ‘iets oprecht geloven’ nog niet wil zeggen dat het ook waar is. Het klassieke voorbeeld hiervan is Paulus.
Hij was absoluut oprecht in zijn vervolging van de Christenen. Daarover zei hij later zelf: “U hebt gehoord hoe ik vroeger volgens de Joodse godsdienst leefde, dat ik de gemeente van God fanatiek vervolgde en haar probeerde uit te roeien. Ik… zette mij vol overgave in voor de tradities van ons voorgeslacht. Maar toen besloot God… zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik hem aan de heidenen zou verkondigen” (Gal.1:13-16). Natuurlijk wil ik hiermee niet zeggen dat jij ‘net zo erg’ bent als Paulus, maar wél dat oprecht zijn en het toch bij het verkeerde eind hebben, iets is wat iedereen kan overkomen, mijzelf overigens niet uitgezonderd. We moeten dus altijd weer terug naar de Schrift en onze eigen ideeën daaraan toetsen.
Ik zou je graag op een paar dingen in jouw betoog willen wijzen en die toetsen aan de leer van de Schrift. Ik beperk me tot een vijftal punten.

1) God stelt voorwaarden zowel voor de zegen als voor de vloek
Je begon met het noemen van de oudtestamentische profetieën over Israël. Ik ben het met je eens dat God de vloek over Israël heeft laten komen. Maar waarom troffen juist die vervloekingen het volk, en hebben ze de zegeningen niet ontvangen? God had toch het beste met zijn volk voor? Het antwoord hierop is heel belangrijk. Het heeft namelijk vérreikende gevolgen voor de uitleg van alle profetieën van herstel betreffende het Joodse volk, tot op de dag van vandaag. Het essentiële punt, dat we in alle discussies met betrekking tot het Joodse volk niet uit het oog mogen verliezen, is dit: Gods verbondsbeloften zijn altijd volledig afhankelijk geweest van de vraag of Israël zich wél of niét houdt aan de verbondsvoorwaarden die God zelf gesteld heeft.
Laat mij uit de Schrift twee bewijzen daarvan geven:

Ten eerste denk ik aan Leviticus 26, waar God zelf de voorwaarden voor de zegen en de vloek uitspreekt: “Als jullie mijn bepalingen opvolgen, je aan mijn geboden houden en ze naleven, zal ik jullie op gezette tijden regen schenken, zodat het land opbrengst geeft en de bomen vrucht dragen…..” (Lev.26:3-4). Daarnaast worden hier nog veel andere zegeningen beloofd, maar alléén op voorwaarde van gehoorzaamheid. Anderzijds houdt God het volk de vloek voor als ze niet aan de voorwaarde van gehoorzaamheid voldoen: “Maar als jullie mij niet gehoorzamen en deze geboden niet naleven, als je mijn bepalingen naast je neerlegt en mijn regels minacht, als je door mijn geboden niet na te leven het verbond met mij verbreekt, dan zal ik van mijn kant jullie het volgende aandoen: Ik zal een verschrikkelijk onheil over jullie brengen, tering en slopende koortsen zullen het licht in je ogen doven en je de adem afknijpen. Je zult je land inzaaien, maar voor niets, want je vijanden zullen ervan eten. Ik zal mij tegen jullie keren, zodat jullie door je vijanden verslagen worden. Jullie zullen worden overheerst door mensen die je haten, en op de vlucht slaan, zelfs als niemand je verjaagt” (Lev.26:14-17).
Als het volk dan nog niet wil luisteren, zal de vloek alleen maar groter worden (zie verzen 18, 21, 23 e.a.). Pas als het volk tot inkeer komt – en niet eerder – zal God zijn verbond met Abraham, Isaäk en Jakob weer gedenken (vers 40-42).
Het tweede voorbeeld vinden we in Deuteronomium 11. Heel dat hoofdstuk gaat over de zegen van gehoorzaamheid enerzijds en de vloek als gevolg van ongehoorzaamheid anderzijds. Luister naar de woorden van Mozes, die herhaalt wat God al eerder heeft gezegd: “Als u de geboden gehoorzaamt die ik u vandaag voorhoud, en de HEER, uw God, liefhebt en hem met hart en ziel dient, belooft de HEER: ‘Ik zal jullie akkers op de juiste tijd regen geven, in het najaar en in het voorjaar. Je zult je oogst binnenhalen, koren, wijn en olie, en ik zal groene weiden geven voor je vee. Je zult er leven in overvloed.’ Maar pas op: laat u er niet toe verleiden een dwaalspoor te volgen, voor andere goden neer te knielen en ze te vereren. Want dan roept u de woede van de HEER over u af en zal hij de hemel sluiten. Er zal geen regen meer vallen en de hele oogst zal mislukken, en spoedig zult u verdwenen zijn uit het goede land dat de HEER u zal geven” (Deut.11:13-17).

Het is dus duidelijk dat het verschil tussen zegen en vloek geheel wordt bepaald door de vraag of het volk wél of niet aan de voorwaarden voldoet. In de Deut.11:26-28 wordt dit principe nog eens kernachtig herhaald: “Besef goed, vandaag stel ik u voor de keuze tussen zegen en vloek. Zegen, als u gehoorzaam bent aan de geboden van de HEER, uw God, zoals ik ze u vandaag voorhoud. Vloek, als u zijn geboden niet gehoorzaamt en afwijkt van de weg die ik u vandaag wijs en achter andere goden aan loopt die u eerst niet kende.”

Beste vriend, je moet God in alle opzichten serieus nemen. Aan de ene kant doe je dat wel, want je erkent dat de vloek over het volk is gekomen (vanwege hun ongehoorzaamheid). Aan de andere kant doe je dat niet. Immers, in je betoog suggereer je dat God het huidige onbekeerde Israël zal zegenen, want Jeruzalem zal zich tegen de tijd dat Armageddon aanbreekt, hebben ontwikkeld tot een religieus, cultureel en economisch centrum van wereldformaat. Bovendien zal, volgens jou, God ten tijde van Armageddon de stad beschermen tegen de barbaarse legers van de Russische federatie en haar redden van de ondergang. Pas dan zullen door die bovennatuurlijke redding meer Joden zich bekeren tot de ware Messias dan ooit tevoren. Daarmee creëer je een omgekeerd Bijbels wereldbeeld.
Want God zegt: als jullie je bekeren, zal ik mijn verbond gedenken en jullie weer zegenen (Lev.26:40-42). Maar jij zegt in feite, éérst komt de zegen en daarna volgt de bekering. Dan neem je toch de voorwaarden die God voor de zegen heeft gesteld niet echt serieus, lijkt mij.
En dat geldt ook voor alles wat je verder over Israël zegt. Je stelt dat Gods glorieuze beloften van herstel voor Israël zullen worden vervuld (vanwege Gods trouw). Je vergeet daarbij dat Israël de vervulling van die beloften zelf in de weg staat door hun ontrouw. Zolang zij zich niet bekeren tot de Messias, die ze nog steeds verwerpen, kan God hen eenvoudigweg niet zijn zegen geven. God houdt zich aan zijn Woord, inclusief de duidelijke voorwaarden die hij heeft gesteld voor de zegen en de vloek.

2) Een geforceerd interval tussen de 69e en 70e week
Een tweede punt in je verhaal waar ik moeite mee heb is het merkwaardige interval tussen de 69e en 70e week uit de profetie van de 70 weken, die volgens Daniël 9:24-27 bepaald zijn over het volk Israël. Ik ben het met je eens dat deze profetie gaat over de toekomst van Israël (gezien vanuit de Babylonische ballingschap). En ook dat het een ‘profetische periode’ betreft, waarbij één dag in de profetie in werkelijkheid één letterlijk jaar is.
Net als jij, geloof ik ook dat de eerste 69 weken reiken tot de tijd van Jezus. Maar waar ik niet bij kan, is dat jij dan plotseling die 70e week zomaar van de andere 69 weken afsplitst. Dan laat je ruim 20 eeuwen voorbijgaan om een heel eigen toepassing van die ‘week’ te geven, namelijk om de zogenaamde bijzondere rol voor Israël in de eindtijd mogelijk te maken. In de hele context van Daniël 9 kan ik daar geen enkele aanleiding voor vinden. De profetie van die ’70 weken’ vormt daar één geheel en er is geen sprake van dat die laatste week pas vele eeuwen daarna in vervulling zou gaan. Daarom plaats ik een heel groot vraagteken bij je uitleg van deze ‘week’ en als gevolg daarvan ook bij je hele visie op de eindtijd. Eerlijk gezegd vind ik je verklaring van deze profetie nogal bizar, het klinkt gewoon onlogisch en het komt geforceerd over. Ik hoop niet dat je me dat kwalijk neemt.

3) Gods aparte ‘programma’s’ voor de Kerk en Israël
In samenhang met het voorgaande punt zeg je verder dat God een speciale taak heeft voor de Kerk. Die taak bestaat uit de verkondiging van het evangelie, wat plaats vindt tijdens het interval tussen de 69e en 70e week. Dat de Joden daarbij geen rol kunnen spelen is vanzelfsprekend, ze kunnen immers geen evangelie verkondigen waar ze zelf niet in geloven. Maar volgens jouw visie is Gods programma voor de Kerk – en daarna voor Israël – dan als volgt. Zodra de wereldwijde verkondiging van het evangelie is voltooid, wordt de Gemeente door een zogenaamde ‘geheime opname’ uit de wereld weggenomen en begint de 70e week. Die opname maakt dan de weg vrij voor de komst van de Antichrist. En rond die tijd zal Israël een hoofdrol gaan spelen op het wereldtoneel.
Maar met de beste wil van de wereld kan ik dat alles niet rijmen met wat er in de Schrift staat. In de eerste plaats kan ik in heel de Bijbel absoluut niets vinden over een ‘geheime opname’. Daarmee valt de basis weg voor jouw theorie over de komst van de Antichrist en de rol van Israël.
In de tweede plaats hebben we hierboven al gezien dat zolang het Joodse volk niet aan Gods voorwaarden voldoet, ze ook zijn zegeningen niet kunnen ontvangen. Voldoet het huidige Joodse volk aan die voorwaarden? Of is het waarschijnlijk dat ze dat in de nabije toekomst wel zullen doen? Het lijkt mij dat daar niet veel aanwijzingen voor te vinden zijn. Welke reële mogelijkheden zie jij dan nog voor jouw idee over ‘Gods programma’ voor Israël? En wat die ‘geheime opname’ betreft, laten we dat idee eens wat nader aan de Schrift toetsen. Ik denk dat we maar een paar Schriftgedeelten nodig hebben om daar helderheid over te krijgen.

4) ‘Geheime opname´?
De Bijbel leert inderdaad dat de dag zal komen dat alle gelovigen uit alle eeuwen zullen worden ‘opgenomen’. Dat ben ik helemaal met je eens. In zijn eerste brief aan de Tessalonicenzen schrijft de apostel Paulus hierover in duidelijk taal. Hij zegt dat wanneer de tijd voor de komst van de Heer is aangebroken, de overleden gelovigen zullen worden opgewekt met een onsterfelijk lichaam. De gelovigen die op dat moment in leven zijn, zullen dan eveneens een onsterfelijk lichaam krijgen. Dan zullen ze allemaal samen met de Heer worden op genomen in de hemel. Tot zover kunnen we het met elkaar eens zijn.

Maar dat die gebeurtenis een ‘geheime’ component heeft, is volledig in tegenspraak met wat de Schrift hierover zegt. Laten we eens lezen wat er in deze brief van Paulus staat: “Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn” (1Tes.4:16-17). Zó staat het er dus in de Schrift: op een dag komt de Heer, met als doel ‘de opname’ van de Gemeente te doen plaatsvinden. Maar dat gaat niet ‘in het geheim’ of onopgemerkt gebeuren, voor de gelovigen zeker niet, maar ook niet voor de  ongelovigen.
Want wat lezen we? Er gaat “een signaal” aan vooraf, de aartsengel “verheft zijn stem” en “de bazuin van God weerklinkt”. Dat zijn luide en duidelijke signalen. Dan kun je toch moeilijk blijven volhouden dat er sprake is van een ‘geheime’ opname? Paulus had deze boodschap niet alleen voor de gemeente in Tessalonica, óók de gelovigen in Korinte kregen dit te horen: “Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij  veranderen” (1 Korintiërs 15:51-52)
Dus ook hier wordt duidelijk gezegd dat de opstanding gepaard met het geluid van de bazuin. Dat geluid kan niemand missen. Maar als je er nog niet helemaal van overtuigd bent dat iedereen Jezus zal zien als hij komt om zijn uitverkorenen thuis te halen, laten we dan nog eens kijken naar wat hij er zelf van zegt in zijn rede over de laatste dingen. Daar lezen we dat Jezus zal komen met zijn engelen, “… en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere.” De komst van Jezus, om zijn uitverkorenen op te nemen in heerlijkheid, gaat dus nadrukkelijk gepaard met “luid  bazuingeschal”, en dat gaat beslist niet onopgemerkt aan de ongelovigen voorbij. Iedereen zal het horen en zien, want “alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister” (Mat.24:30-31).
Later lezen we bij de apostel Johannes opnieuw dat iedereen er getuige van zal zijn als Jezus komt om de zijnen op te nemen in  heerlijkheid: “Hij komt te midden van de wolken, en dan zal iedereen hem zien, ook degenen die hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over hem weeklagen. Ja, amen” (Openbaring 1:7).

Ik hoop dat ik hiermee voldoende heb aangetoond dat de ‘opname’ voor niemand een geheime of verborgen aangelegenheid zal zijn. Integendeel, de komst van Jezus om zijn uitverkorenen bijeen te brengen zal voor iedereen, inclusief de ongelovigen, duidelijk hoorbaar en zichtbaar zijn.

5) ‘De grote verdrukking’: onjuiste en inconsequente uitleg
Tot slot wil ik nog een laatste punt van kritiek noemen. Dat Jezus een tijd van ‘grote verdrukking’ aankondigt, daarover is de Bijbel duidelijk. Maar wat is de relatie tussen deze verdrukking en de komst van Jezus om zijn Gemeente op te nemen? Volgens jouw uitleg vindt éérst de ‘geheime opname’ plaats, dan breken de zeven laatste jaren aan (= de ‘70e week’) waarin tijdens de tweede helft ‘de grote verdrukking’ losbarst en die volgens jou 3,5 jaar zal duren.
Maar klopt dit wel met wat de Schrift hierover zegt? Laten we eerst even kijken naar het tijdstip van de verdrukking. Daarvoor gaan we naar Matteüs 24, waar Jezus zelf aan het woord is: “Meteen na de verschrikkingen van die dagen” (dus gelijk ná de grote verdrukking) “zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen.” Wat gebeurt er na deze bijzondere natuurverschijnselen? “Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt….” En met welk doel komt de Mensenzoon? “Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere” (Mat.24:29-31).
Dus hoe is de volgorde volgens Jezus? Eérst de grote verdrukking, dan tekenen in zon, maan en sterren, vervolgens verschijnt het teken van de komst van de Mensenzoon, en ten slotte vindt de opname van zijn uitverkorenen plaats. Dat is heel iets anders dan het beeld dat jij hebt geschetst. We kunnen dus eigenlijk niet anders dan concluderen dat je uitleg op dit punt onjuist is.
En dan nu nog even naar je uitleg over de duur van de ‘grote verdrukking’. Bij de ’70 weken’ stel je dat elke ‘profetische dag’ in  werkelijkheid één jaar is. Dat ben ik met je eens. Maar wanneer je de ‘grote verdrukking’ van ‘42 maanden’ gaat uitleggen (Openbaring 13:5) dan doe je iets onbegrijpelijks. Je stelt dan dat die periode van 42 ‘profetische maanden’ hetzelfde is als 3,5 letterlijke jaren. Dat is toch heel duidelijk een inconsequente manier van Schriftuitleg? Bij je uitleg van de ‘70 weken’ pas je het principe van ‘één profetische dag is gelijk aan één letterlijk jaar’ wél toe, maar bij de ‘grote verdrukking’ neem je de 42 maanden gewoon letterlijk. Dat strookt niet met elkaar. Misschien heb je dat zelf nooit zo beseft. Maar als je dit op je laat inwerken, dan zul je het, denk ik, wel met me eens zijn dat dit zo niet kan.
Dus in jouw uitleg van ‘de grote verdrukking’ is niet alleen sprake van een verkeerd tijdstip, maar ook de tijdsduur van de verdrukking klopt niet.
Tot zover dus mijn voorlopige reactie op jouw betoog. Ik hoop niet dat ik je daarmee gekwetst heb, want dat is zeker niet mijn bedoeling. Ik ben ervan overtuigd dat jij oprecht gelooft in wat je hebt gezegd. Maar zoals ik al eerder zei, oprechtheid valt niet altijd samen met waarheid. Als je wilt, kunnen we samen zowel jouw visie als die van mij tegen het licht houden van de Schrift. Dat is een goed Bijbels principe. De Joden in Berea deden dat toen Paulus hen het evangelie bracht. Om die reden wordt van hen gezegd: “De Joden in Beréa waren welwillender dan die in Tessalonica, want ze luisterden vol belangstelling naar de verkondiging van het evangelie en bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd” (Hand.17:11). Mijn voorstel is dus dat wij dat samen ook zullen doen, en daarmee sluit ik graag mijn reactie af.

De evangelische vriend is uit het goede hout gesneden. Hij stemt graag in met het voorstel van zijn vriend. En zo eindigt een levendig en openhartig gesprek over een actueel, maar tegelijkertijd ook controversieel onderwerp.

J. Laurens

*******
Bronnen
De belangrijkste geraadpleegde bronnen (naast de Bijbel) zijn:
Hal Lindsey, De planeet die aarde heette…, Nova Press, 1972
Engelstalige Wikipedia (artikelen m.b.t. prophecy of seventy weeks, Christian
eschatology, futurism, dispensationalism, rapture, great tribulation, Israel, evangelicalism, etc.)
Alle bovenstaande Bijbelcitaten zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling