Gods geboden en het Nieuwe Verbond
Sommige christenen zijn van mening dat de wetten van God alles te maken hebben met het Oude Verbond en met het Joodse volk. Onder de principes van het Nieuwe Verbond zou een andere periode zijn aangebroken van ongebondenheid aan allerlei wetten en regels.
Wat betreft de offerwetten, ceremoniën en symbolen die op de komst van Christus wezen, als het volmaakte offerlam Gods, is het volkomen duidelijk dat dit alles zijn vervulling in Christus heeft gevonden. Hij was het ware Offerlam Gods, eens en voor altijd gebracht en op Wie, tijdens het Oude Verbond, alle offerdieren wezen als de komende Verlosser, Die door Zijn lijden en sterven Zijn volk met de Vader heeft verzoend en van hun zonden heeft bevrijd. Maar zijn daarmee alle wetten en voorschriften vervallen die God de mens heeft gegeven?
Onderscheid
Het is goed om op te merken dat de Bijbel onderscheid maakt.tussen Gods wet der Tien Geboden en de gehele wet van Mozes. We lezen: “En Hij maakte u het verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien woorden, en Hij schreef ze op twee stenen tafelen. En mij gebood toen de HERE u inzettingen en verordeningen te leren, opdat gij die zoudt nakomen in het land, waarheen gij trekt om het in bezit te nemen.” Deuteronomium 4:13, 14. God beloofde dat het volk in het land kon blijven wonen “indien zij slechts naarstig doen naar al wat Ik hun geboden heb, en naar de gehele wet, die mijn knecht Mozes hun geboden heeft.“ 2 Koningen 21:8.
God heeft Zelf de Tien woorden van het verbond bekend gemaakt, geboden en op twee stenen tafelen geschreven. En Mozes heeft in opdracht van God het volk inzettingen en verordeningen geleerd te onderhouden. De Bijbel spreekt duidelijk over Gods wet der Tien geboden en van een gehele wet van Mozes. We lezen dat de Tien geboden, de twee tafelen der getuigenis, in de ark moesten worden gelegd, onder het verzoendeksel. Exodus 25:16, 21; 31:18; 34:28, 29. “Hij nam de getuigenis en legde die in de ark…” Exodus 40:20. En het wetboek van Mozes, met allerlei bijkomende inzettingen en verordeningen, werd naast de ark gelegd. Mozes gebood: de Levieten “Neemt dit wetboek en legt het naast de ark…” Deuteronomium 31:26.
De Tien Geboden zijn uniek en nemen een speciale plaats in: “De tafelen waren het werk Gods en het schrift was het schrift Gods, op de tafelen gegrift.” Exodus 32:16.
Wat betreft Gods wet der Tien Geboden; en bijvoorbeeld ook wat betreft de voorschriften die met de gezondheid van de mens te maken hebben, dienen wij ons af te vragen of alle geboden en voorschriften met de komst van Christus, zonder enig onderscheid, zijn vervuld en vervallen, zodat wij, onder de bedeling van het Nieuwe Verbond, van elke regelgeving vrij zouden zijn. Er zijn veel christenen die duidelijk deze mening zijn toegedaan. Maar is het wel juist om alles maar over één kam te scheren door geen onderscheid te maken tussen alles wat God geboden heeft?
Alle wetten en voorschriften verleden tijd?
Toen Christus stierf scheurde het voorhangsel, dat scheiding maakte tussen de beide afdelingen in de tempel, van boven naar beneden. Mattheüs 27:51. Dat was een duidelijke aanwijzing dat de tempeldienst was vervuld en tot een einde was gebracht. Alle wetten, voorschriften en inzettingen die met de aardse tempeldienst verbonden waren en betrekking hadden op het Offer van Christus, behoorden daarmee tot het verleden. Maar hebben de Tien Geboden, de gezondheidswetten en bijvoorbeeld ook de regels voor armenzorg en het voorschrift voor de akkerbouw, dat het land elk zevende jaar rust moet hebben, ook te maken met de tempeldienst? Is dit alles ook komen te vervallen door het verzoenend Offer van Christus en zijn wij daar nu geheel vrij van tijdens de bedeling van het Nieuwe Verbond?
Als we bijvoorbeeld denken aan het voorschrift dat het land elk zevende jaar rust moet hebben, dan is dat beslist een heel nuttig en waardevol voorschrift om uitputting van de grond te voorkomen en tegen te gaan. Met onze intensieve landbouw raken veel landbouwgronden uitgeput, door een tekort aan mineralen, met als gevolg dat de kwaliteit van de landbouwproducten terugloopt. Volgens een rapport van de Verenigde Naties is maar liefst een derde van de grond, geschikt voor landbouw, uitgeput door intensieve landbouw. Het verlies aan voedingswaarde is zorgelijk. info: landbouwgrond dreigt uitgeput te raken
En is het, nu Christus gestorven is, niet meer nodig om goed voor onze gezondheid te zorgen en kunnen wij de regels die God ons over rein en onrein heeft gegeven, wel veronachtzamen? Vrijwel alle mensen houden geen rekening met de regels die God ons voor ons lichamelijk welzijn heeft gegeven. De meeste mensen wijzen het verschil tussen rein en onrein van de hand door te beweren dat het voor de Joden was en dat wij, bij alles wat wij eten, daar geen rekening mee hoeven te houden. Maar hebben de Joden andere lichamen met andere eigenschappen en zijn wij, die geen Joden zijn, supermensen die de kwade invloeden van het eten van onrein voedsel wel kunnen doorstaan?
Kan het ooit waar zijn dat sinds het gebrachte zoenoffer van Christus, al die regels geen waarde meer hebben? Is dat werkelijk wel wat de Bijbel ons leert of heeft de boze, die zich zeer over menselijk lijden verheugt en wetteloosheid liefheeft, zijn invloed laten gelden?
De regels van het Nieuwe Verbond
In Hebreën 8 worden de kenmerken van het Nieuwe Verbond genoemd. We lezen daar heel uitdrukkelijk: “Ik zal Mijn wetten in hun verstand leggen en Ik zal die in hun harten schrijven.” vs. 10. Onder het Nieuwe Verbond blijken er dus duidelijk ook wetten te zijn. En die wetten van God spelen zo’n belangrijke rol dat ze in het verstand worden gelegd en in het hart worden geschreven. Kan het nog duidelijker worden verwoord? Kan dit ooit betekenen dat Gods wetten onder het Nieuwe Verbond voor verouderd kunnen worden verklaard en verdwenen zouden zijn?
Wanneer iets in het verstand wordt gelegd en in het hart wordt geschreven dan kan dat niets anders betekenen dan dat het deel moet uitmaken van ons leven. Wanneer dat niet de bedoeling zou zijn, dan kunnen wij deze uitdrukkingen voor zinloos en misleidend houden.
Wat voor nut heeft het om Gods wetten in het verstand te hebben en geschreven in ons hart als wij niet gehouden zouden zijn om die in ons dagelijks leven toe te passen en in praktijk te brengen? Zoiets ongerijmds kunnen we toch zeker niet verwachten. Neen, het Nieuwe Verbond brengt ontegenzeggelijk met zich mee dat wij ons in ons doen en laten getrouw en gehoorzaam zullen houden aan Gods wetten. Dat is het onmiskenbare doel waarom God heeft beloofd ze in ons verstand te willen leggen en in ons hart te zullen schrijven, als een blijvend en normgevend principe voor onze christelijke levenswandel.
Maar heeft Jezus geen nieuw gebod gegeven? En zou dat nieuwe gebod niet de plaats van de bestaande wetten hebben ingenomen? Wat zei Jezus precies toen Hij het nieuwe gebod gaf? We lezen: “Een nieuw gebod geef ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.” Johannes 13:34.
Het gebod om elkaar lief te hebben, was op zichzelf niet nieuw. God had vanouds door Mozes geboden: “Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de HERE.” Leviticus 19:18. Het gebod dat Jezus gaf is nieuw doordat Hij er een nieuwe, unieke inhoud aan heeft gegeven. Jezus heeft in Zijn leven op aarde de liefde Gods geopenbaard en geboden voortaan lief te hebben zoals Hij liefheeft; dat gij elkander liefhebt met de liefde Gods, zoals door Christus is geopenbaard; een liefde, die menselijke liefde te boven gaat.
Jezus heeft voor Zijn volgelingen tot de Vader gebeden: “opdat de liefde waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen.” Johannes 17:26.
Het gebod lief te hebben, werd nieuw door elkander lief te hebben met de liefde Gods. Die Goddelijke liefde moest in de volgelingen van Jezus zijn en in hen worden geopenbaard. Het nieuwe gebod omvat dat Gods kinderen, jegens elkaar, het liefdevolle karakter van Christus dragen en weerspiegelen.
Maar worden door dit nieuwe gebod de andere geboden die God gegeven heeft opgeheven? Jezus verklaarde aan de rijke jongeling, die tot Hem kwam: “…indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden.” Mattheüs 19:17. Toen de jongeling vroeg: welke geboden, citeerde Jezus een aantal van de tien geboden en besloot de opsomming met “…en, gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.” Vers 19. Naast het gebod van elkander liefhebben, moeten dus ook de andere geboden worden onderhouden. Ze zijn dus niet opgeheven.
Gods Woord getuigt: “De wet des HEREN is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des HEREN is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid de onverstandige. De bevelen des HEREN zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des HEREN is louter, het verlicht de ogen. De vreze des HEREN is rein, voor immer bestendig; de verordeningen des HEREN zijn waarheid, altegader rechtvaardig. Kostelijker zijn zij dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig, ja, dan honigzeem ui de raat. Ook laat uw knecht zich daardoor ernstig vermanen; in het houden er van ligt rijke beloning.” Psalm 19:8-12.
Waarlijk, Gods geboden, bevelen en verordeningen zijn en blijven van kracht en in het getrouw gehoorzamen ervan ligt rijke beloning.
Sabbatsrust
Volkomen In harmonie daarmee schrijft de apostel Paulus bijvoorbeeld met betrekking tot de diepgaande betekenis van Gods wet aangaande de sabbat: “Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God.” Hebr. 4:9.
En zo is ook het sabbatsgebod en de zegenrijke betekenis van de sabbatsrust niet voorbij, verdwenen of afgeschaft, neen, er blijft een sabbatsrust en die rust wordt volkomen werkelijkheid wanneer wij ingegaan zijn in het beloofde, hemelse Kanaän. Daarvan is de wekelijkse sabbatsrust een afschaduwing. We dienen tot rust te komen van onze eigen werken en hoopvol uit te zien naar de rust in Gods Koninkrijk waar wij in volmaaktheid voor eeuwig mogen rusten in God als onze Schepper. Van sabbat tot sabbat zal Gods volk, ja, al wat leeft, opgaan om hun Schepper te aanbidden. Jes. 66:23. De sabbat is dus duidelijk niet alleen voor een bepaalde bevolkingsgroep zoals de Joden, neen, de sabbat is voor al wat leeft. Op sabbat verkondigde de apostel Paulus het Woord Gods aan alle mensen: “En de volgende sabbat kwam bijna de gehele stad bijeen om het woord Gods te horen.” Handelingen 13:44. In de Griekse stad Corinthe bracht Paulus op elke sabbat het woord en hij deed zijn best om Joden en Grieken voor het evangelie te winnen: “En hij hield elke sabbat besprekingen in de synagoge en trachtte Joden en Grieken te overtuigen.” Handelingen 18:4.
Gods geboden gelden voor alle mensen. Prediker 12:13. En dat geldt ook voor het sabbatsgebod. De sabbat is voor “de sterveling,” voor “het mensenkind,” voor de “ontmanden,” voor de “vreemdelingen,” ja, zonder enig onderscheid, voor allen die de Here zoeken, Jes. 56:1-6.
Geen wonder dat Jezus getuigt: “De sabbat is gemaakt om de mens.” Marcus 2:27. En ook verzekert Jezus ons: “Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.” Matt. 5:17. Vervullen wil zeggen: er aan voldoen. Vervullen wil beslist niet zeggen: afschaffen, neen, want, zo lezen we verder: “Want voorwaar, Ik zeg u: Eer hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet…” vers 18.
Het bestaan van hemel en aarde vormen de garantie en het onderpand van het blijvende gezag van Gods wet.
In overeenstemming hiermee zegt Psalm 119:44 “opdat ik uw wet bestendig onderhoude, voor altoos en immer.” En dat is precies Gods bedoeling waarom Zijn wetten in ons verstand worden gelegd en in ons hart geschreven.
Het is de Heilige Geest die ons zal leiden in alle waarheid, terwijl van Gods geboden wordt getuigt: “al uw geboden zijn waarheid. Van oudsher weet ik dat Gij ze voor eeuwig hebt vastgesteld.” Psalm 119:151, 152.
Er zal nooit een moment kunnen komen waarin Gods Heilige Geest ons niet zal leiden in de waarheidswegen van Gods wet. Zijn geboden zijn waarheid en voor eeuwig vastgesteld. Wanneer wij Gods geboden terzijde stellen dan volgen wij niet de weg van God maar onze eigen wetteloze weg.
Laten wij het struikelblok wegnemen van te geloven dat al Gods wetten, door het Offer van Christus, zijn afgeschaft of terzijde gesteld en mogen wij de vrede ervaren die wordt beloofd aan hen die Gods wet beminnen: “Zij, die uw wet beminnen hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok.” Psalm 119:165.
Liefde tot Christus, onze Verlosser, Die Zijn leven voor ons heeft gegeven, zal zich openbaren in het getrouw gehoorzamen van al Zijn geboden: “Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.” Johannes 14:15.