Wegwijs in de Openbaring van analyse naar interpretatie

EEN UNIEKE GIDS VOOR LEZERS VAN DE OPENBARING

Dit boek is een analyse en geen verklaring van de Openbaring. Maar de doelstelling is hetzelfde: Hoe komen we tot een betrouwbare uitleg van de tekst?

Analyse en interpretatie zijn allebei belangrijk. Ze vullen elkaar aan. Maar de juiste volgorde is belangrijk: eerst analyseren, dan pas interpreteren. Heel simpel gezegd: Je moet eerst goed weten wát er staat voordat je je kunt gaan bezinnen op wat het betékent.

Daarom doorlopen we in dit boek stap voor stap de tekst van de Openbaring. Dat leidt in toenemende mate tot inzicht in de opbouw van de visioenen en hoe de verschillende onderdelen zich tot elkaar verhouden. Tegelijkertijd krijgen we ook steeds meer grip op de identiteit van de hoofdrolspelers, zoals de draak, het beest en de hoer. Door op deze wijze de tekst zorgvuldig te lezen, ontstaat gaandeweg inzicht in de inhoud en intentie van héél de Openbaring. Dat verschaft het nodige perspectief wanneer interpretatie aan de orde komt.

Met de resultaten van deze zorgvuldige analyse van de Openbaring ben je als lezer in staat om een goed onderbouwde keuze te maken uit de talrijke interpretaties van de Openbaring. Er zijn immers niet alleen degelijke maar ook veel onzinnige verklaringen van Openbaring in omloop, zeker op het internet. Ook al kun je zelf (nog) geen verklaring geven, je kunt nu bij alle commentaren die je onder ogen krijgt wél het kaf van het koren scheiden.

Wegwijs in de Openbaring is daarom een unieke gids bij het zoeken naar de juiste manier van verklaren van de Openbaring van Jezus Christus.

Lees hier meer

Voor aanvullende informatie van de uitgever, open de volgende link

Nieuw boek: De toekomst van Israël in profetisch perspectief

Door de eeuwen heen heeft Israël een belangrijke rol gespeeld in de wereldgeschiedenis en ook in de christelijke theologie.

Israël heeft vele ups-and-downs van grote zegeningen en grote nood en herhaalde tegenslagen ervaren. Ze werden in gevangenschap meegenomen om de les te leren van het vertrouwen op de God van hun vaderen, en de Here God is zeer genadig voor hen geweest door hen weer terug te brengen in het Beloofde Land.
Israël is betrokken geweest bij heel veel oorlogen. Toch heeft God dikwijls voor hen gevochten en zij hebben machtige natiën overwonnen.
In verschillende perioden van hun geschiedenis is Israël welvarend, sterk en machtig geweest; een natie gevreesd door de omringende volkeren. God koos Israël als Zijn speciaal uitverkoren volk en Hij heeft allerlei machtige en wonderbaarlijke daden gedaan voor Zijn volk. Hij heeft hun veel grootse beloften gegeven, waarvan de vervulling echter wel op voorwaarde van gehoorzaamheid berustte.
Over het algemeen is het verslag van de geschiedenis van Israël nogal triest geweest, met oordelen en straffen. Vaak werden ze geregeerd door andere naties. Maar toch heeft Israël het tot op de dag van vandaag overleefd.
Israël’s toekomst is voor velen een heet hangijzer. Zal Israël opnieuw gevestigd worden als een machtige, heilige natie? Welke toekomstige rol zal het Joodse volk gaan vervullen? Wat is de betekenis van de profetieën over Israël’s herstel in het beloofde land?

Pastor Voerman bespreekt deze vragen aan de hand van wat Jezus, Johannes de Doper en de apostelen hebben geleerd en wat de profeten vanouds hebben verklaard. Alle stukjes worden zorgvuldig bij elkaar gepast en een prachtig, consistent beeld wordt getoond van Gods onberouwelijke bedoeling met Zijn uitverkoren volk. Voermans heldere beschrijving van dit urgente thema is verrassend. Voor allen die Gods Woord waarderen, is dit boek een heilzame studie over de rol van Gods volk en het herstel van Israël onder het Nieuwe Verbond.

Dit boek is te bestellen via https://corona-bijbel.nl

Nieuwe serie: Bijbelse profetieeën onthuld

De chaos in de wereld wordt steeds groter, er is veel politieke verwarring, een wereldwijde pandemie doet de ronde. Steeds meer mensen hebben vragen over wat er aan de hand is en wat er nog gaat komen.  AWR (The Adventist World Radio) start vanaf zaterdag 13 maart de 14-delige, Nederlands ondertitelde serie: ‘Bijbelse Profetieën Onthuld ’.
Veertien achtereen volgende weken wordt er een nieuwe aflevering geplaatst. Waarin de vragen die belangrijk zijn voor deze tijd, en over hoe we hoop kunnen hebben voor de toekomst, worden behandeld. 

Ga naar de pagina voor meer informatie en om alle afleveringen te bekijken.

Geschiedkundig panorama

Een helder en uitvoerig verslag over de toekomstverwachting, waarbij de volgende onderwerpen uitgelegd worden:

Welke macht is de kleine hoorn uit Daniël 8:8,9, is dit het heidens en geestelijk Rome,  of is het de heerschappij van Antiochus Epiphanes?
De Hemelse tempel;
Het Hemels gericht;
Onwaarachtige eredienst;
Antiochus Epiphanes;
Grote Verzoendag;
Volledig herstel;
Geheime opname?
Verschillende bestemming?

Er is slecht één weg van behoud en er is geen sprake van herkansing.

download hier het boekje van 36 bladzijde

Christenen en de sabbat als rustdag

Voor de meeste christenen is zondag de rustdag. Toch zijn er wereldwijd miljoenen gelovigen die niet de zondag maar de sabbat als rustdag houden. En hun aantal groeit met duizenden per dag. Wat beweegt deze christenen tot die keuze?

Het antwoord op deze vraag heeft alles te maken met de relatie tussen de mens en zijn Schepper. Uit het scheppingsverhaal weten we dat alles wat God gemaakt had “zeer goed” was. Het kroonstuk van zijn schepping was de mens, die hij schiep naar “zijn evenbeeld”. De Bijbel zegt dat “God is liefde”(1 Joh.4:16). Vanzelfsprekend zijn wij niet identiek aan God, maar we lijken op hem. Hij heeft in ons eigenschappen en vermogens gelegd waardoor we een bewuste en gewilde relatie met hem kunnen hebben.

Als beelddragers van God berust onze relatie met hem op wederzijdse liefde. Maar hoe kunnen wij nu onze liefde voor God het beste in de praktijk laten blijken? Als hij het ons niet verteld had, zouden we er alleen maar naar kunnen gissen. Maar gelukkig heeft God ons zijn ‘verlanglijstje’ gegeven. Als we hem oprecht liefhebben, zullen we geen andere goden nalopen. Ook zullen we ons niet in aanbidding neerbuigen voor allerlei beelden. Vanzelfsprekend zullen we ook zijn heilige naam met gepaste eerbied gebruiken. Verder is het zijn wens dat wij elke week zullen stilstaan bij het feit dat hij zijn schepping in zes dagen heeft voltooid en voor ons de zevende dag als rustdag apart heeft gezet: “Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag…. die gewijd is aan de Heer uw God; dan mag u niet werken…” (Exodus 20:8-11). Als wij Gods liefde willen beantwoorden, zullen we ons aan deze vier regels houden. Als wij ook liefde aan onze naaste willen betonen, hebben we daarvoor de andere zes geboden als richtlijn. Onze liefde ten opzichte van God wordt dus zichtbaar in het houden van zijn Tien Geboden.

Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament is de relatie tussen God en de mens gefundeerd in de liefde. God is liefde én hij is onveranderlijk (Jak.1:17). Maar de mens is vaak wispelturig. Zo zien we dat de Heer ons van tijd tot tijd weer aan dat fundamentele beginsel moet herinneren. Ten tijde van het Oude Testament was de boodschap van Mozes aan het volk Israël: “Heb daarom de Heer lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten” (Deut.6:5). Ten opzichte van de medemens mochten ze geen haat hebben of wrok koesteren: “Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de Heer” (Lev.19:18). Ook in het Nieuwe Testament leert onze Heer dat liefde tot God tot uitdrukking komt in het houden van zijn geboden. Hij wijst de Farizeeën erop dat Mozes het “grote en eerste gebod” en “het tweede daaraan gelijk” van God heeft ontvangen (Mat.22:34-40). De apostel Johannes had goed begrepen dat de relatie tussen God en de mens bestaat uit liefde van Gods kant en wederliefde van onze kant: “God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem…. Wij hebben lief, omdat God ons het eerst heeft liefgehad ” (1 Joh.4:16,19). Door de eeuwen heen is de liefde van God voor ons, en onze wederliefde tot hem, de basis geweest van de relatie tussen de Schepper en zijn “evenbeeld”.

In de hemel wordt God geëerd en geprezen voor zijn liefde en scheppingsmacht. In de Openbaring lezen we dat Johannes in geestvervoering werd meegevoerd naar de hemelse troonzaal. Daar hoort en ziet hij hoe de wezens die rondom de troon van God staan hem “lof, eer en dank” brengen voor de verlossing van zondaren door het bloed van het Lam (Openb.5: 8-10). Onder hen bevinden zich de “vierentwintig oudsten”. Zij prijzen God omdat hij alles geschapen heeft: “U komen alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is” (Openb.4:10-11). De eer en aanbidding die God in de hemel ontvangt, komen hem als Schepper ook toe hier op aarde.

God richt een oproep tot zijn schepselen op aarde om zich aan te sluiten bij de lofprijzing van de hemelbewoners. Kort voordat de grote strijd tussen goed en kwaad haar einde nadert, richt God nog éénmaal een oproep tot deze wereld om hem als Schepper te erkennen. Johannes ziet dit in een van zijn visioenen: “Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog… Luid riep hij: Heb ontzag voor God en geef hem eer… Aanbid hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft” (Openb.14:7). De boodschap van deze engel is een directe verwijzing naar het scheppingsverhaal uit Genesis. Het is tevens een indirecte verwijzing naar het vierde gebod.

Waarom miljoenen christenen de sabbat als rustdag houden? Zij realiseren zich dat onze liefde tot God niet volledig tot zijn recht kan komen als we ons slechts houden aan negen van de tien geboden. Ook het vierde gebod hoort erbij. Ten eerste erkennen zij door het vieren van de sabbat openlijk het gezag van God als Schepper van hemel en aarde. Ten tweede, wie zegt dat hij God liefheeft, moet zich aan zijn geboden houden. Eén van die geboden is het sabbatsgebod. Om deze twee redenen hebben al deze christenen gekozen voor de sabbat als rustdag. In die keuze weten zij zich bevestigd door de oproep van de engel uit Openbaring 14:7. Sabbatvieren is daarom voor miljoenen christenen een teken van hun eerbied voor en liefde tot God, de Schepper van hemel en aarde.

Laurens Joosse, december 2018

Als het je tijd is, wat dan …?

Waar ook ter wereld, het leven heeft een begin en een einde. We kunnen de verschijnselen van leven en dood waarnemen, maar beide zijn en blijven in diepste wezen een mysterie.
Uit de Bijbel weten we wél dat ons leven zijn oorsprong vindt bij God. Maar als we sterven, wat dan? Hier volgt een beknopte verkenning van wat de Bijbel over leven en dood te zeggen heeft.

“STOF BEN JE….”
In het scheppingsverhaal lezen we dat God de mens schiep “uit stof, uit aarde” (Gen.2:7). Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Dat God “aarde” bijeen schraapte en aan het boetseren sloeg, met als eindresultaat de mens? Dat zou een zeer naïeve voorstelling van zaken zijn. In de Psalmen lezen we dat God “sprak en het was er, hij gebood en daar stond het” (Ps.33:9). Het boek Hebreeën bevestigt nog eens “dat de wereld door het woord van God geordend is…” (Heb.11:3). Dat God de mens schiep “uit stof, uit aarde” wil dus zeggen dat hij door de kracht van zijn woord de mens vormde uit aardse “stof”, uit aardse materie. De vertalers van de Amplified Bible plaatsten dan ook bij Genesis 2:7 de volgende aantekening: “In levende mensen en dieren vinden we dezelfde essentiële chemische elementen als in de aardbodem. Dit wetenschappelijke feit is bij ons mensen nog niet zo heel lang bekend, maar God laat hier weten hoe het in elkaar zit.” Dat wij gemaakt zijn “uit stof, uit aarde” betekent dus niets meer of minder dan dat wij volledig ‘van deze aarde’ zijn. Bij de schepping van de mens is er geen enkel ‘buitenaards’ bestanddeel aan te pas gekomen.

Een levend wezen
“Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de . Zo werd de mens een levend wezen” (Gen.2:7). Andere vertalingen kiezen hier voor het woord
“ziel” in plaats van “wezen”. Wat eerst ‘nog maar’ een lichaam was, is nu een levend wezen, of een
levende ziel geworden. Let wel, er staat nièt dat God aan dat lichaam een immateriële ‘ziel’ heeft
toegevoegd. Maar natuurlijk is een mens oneindig veel méér dan alleen een lichaam dat door de
levensadem in beweging komt.

Vergelijking
Laten we eens een vergelijking maken met de computer. Dat apparaat kun je beschouwen als een twee eenheid van de betreffende hardware en software. Maar het is nog tot niets in staat zolang de elektrische stroom ontbreekt. Schakelen we die in, dan kan de computer alles doen wat door de ingebouwde software mogelijk is. Wordt de stroom uitgeschakeld, dan vallen alle processen stil en is de computer tot niets meer in staat. Toen God de mens schiep, maakte hij eerst de ‘hardware’ (het lichaam) met de daarin aanwezige ‘software’. Daarna schakelde hij ‘de stroom’ in (Gen.2:7) waarop het bewustzijn ontwaakte en de intellectuele vermogens konden gaan functioneren en allerlei emoties zich konden manifesteren. Maar wat gebeurt er bij de mens wanneer ‘de stroom’ uitvalt?

“TOT STOF KEER JE TERUG”
In de Bijbel lezen we niet alleen over de oorsprong van het leven, maar ook van de dood. Het leven dat
God de mens had geschonken moest in stand worden gehouden door de vrucht van de levensboom.
Behalve van die boom mochten ze ook van alle andere vruchtbomen eten, met één uitzondering. “Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven” (Gen.2:16-17). Toen ze er toch van aten, moesten ze de
consequenties van hun daad dragen. Voor Adam betekende dat: “Zweten zul je voor je brood, totdat je
terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug” (Gen.3:19). Bij
iedereen die sterft, nemen we dat laatste ook waar: zodra ‘de stroom’ uitvalt, komt elke fysieke en mentale activiteit tot stilstand. Het lichaam vergaat en keert terug tot de bestanddelen waaruit het is opgebouwd.
De dood zou voortaan onvermijdelijk zijn. Dat blijkt ook uit wat God zei nadat het kwaad was geschied: “Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven. Daarom stuurde hij de mens weg uit de tuin van Eden…” (Gen. 2:22-23). Hieruit blijkt ondubbelzinnig dat het leven voor de mens niet eeuwig is, maar eindig. Desondanks zullen veel mensen misschien toch nog denken: “Maar de ‘ziel’ dan?”

Misleid door “de vader van de leugen”
God had gezegd dat de mens “onherroepelijk sterven” moest, als hij van de verboden vrucht zou eten.
Niettemin liet Eva zich misleiden door de “slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt” (Openb.12:9). We lezen hoe hij zijn bedrog formuleerde: “Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad” (Gen.3:4-5). Wat zien we hier gebeuren? Satan maakt God tot leugenaar, terwijl hij in feite zelf de bedrieger was, en nog steeds is.
Want met een aangepaste leugen heeft hij door de eeuwen heen de mensen laten geloven dat je bij je
overlijden toch niet écht sterft. Je zou een ‘onsterfelijke ziel’ bezitten die blijft voortbestaan, ook al
vergaat je lichaam. Terecht zei Jezus over Satan: “Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen” (Joh. 8:44). De mens is volgens de Bijbel sterfelijk. God alléén is onsterfelijk (I Tim.6:16). Het idee dat wij een ‘onsterfelijke ziel’ zouden hebben, is dus on-Bijbels en vindt zijn oorsprong bij “de vader van de leugen”.

CONSISTENT BEELD
Dat de mens inderdaad geen ‘ziel’ heeft die bij zijn dood naar de hemel zou gaan, blijkt ook uit wat de
Bijbel zegt over gelovigen die zijn gestorven. Laten we enkele voorbeelden bekijken.

Abel. Nadat Abel door zijn broer Kaïn was vermoord, zei God tegen de dader: “Hoor toch hoe het
bloed van je broer uit de aarde naar mij schreeuwt” (Gen.4:10). Niet Abels ‘ziel’ doet zijn beklag
bij God in de hemel, maar het is zijn bloed dat figuurlijk gesproken uit de aarde tot God roept.
Abraham, Izak en Jakob zijn gestorven terwijl ze reikhalzend uitkeken naar het hemelse vaderland (Hebr.11:16). Zijn hun ‘zielen’ dit hemelse vaderland binnengegaan toen ze stierven? Nee, want zowel deze drie mannen alsook alle andere geloofshelden uit Hebreeën 11 “hebben de belofte niet in vervulling zien gaan omdat God … hen niet zonder ons de volmaaktheid wilde laten bereiken” (vers 39-40). Zij moeten wachten op ons, vóórdat zij samen met ons het hemelse vaderland binnen mogen gaan.
David, de man naar Gods hart, is ook nog niet in de hemel. Op de eerste Pinksterdag spreekt Petrus het volk toe over een tekst die door David geschreven is: “Ja, mijn lichaam zal behouden blijven, want u zult mij niet overleveren aan het dodenrijk en het lichaam van uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan.” Petrus betoogt dat deze woorden niet op David maar op Jezus moeten worden toegepast. Want iedereen weet dat David “gestorven en begraven is; zijn graf bevindt zich immers nog steeds hier.” Ook zegt Petrus heel duidelijk dat David “niet naar de hemel opgestegen” is (Hand.3:26-35). Bij Jezus is dat wel het geval. David moet dus net als alle andere gelovigen wachten op de komst van de Heer. Pas dan zal de hemel ook voor hem opengaan.
Daniël werd in een visioen aangesproken als een door God “geliefde man” (Dan.10:11). In zijn geval
zouden we dus wel mogen verwachten dat aan het einde van zijn leven zijn ‘ziel’ naar de hemel zou gaan. Luister echter wat hem in een later visioen wordt gezegd: “Maar jij, ga het einde tegemoet. Je zult te ruste gaan en aan het einde van de dagen opstaan om je bestemming te bereiken” (Dan.12:13). Dus niet bij zijn dood, maar pas aan “het einde van de dagen” zal Daniël de hemel mogen binnengaan.
Paulus schrijft dat wij niet hoeven te treuren over de gelovigen die gestorven zijn. Waarom niet? Omdat hun ‘zielen’ al in de hemel zijn? Nee, zeker niet. Maar als de Heer terugkomt, dán “zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn” (1Thess.4:13-18).
We zien hier hetzelfde beginsel als ín Hebreeën: de gelovigen van alle tijden moeten wachten op de opstanding. Die zal plaatsvinden bij komst van de Heer. Pas dan zullen alle gelovigen bij hem zijn. Geen sprake dus van ‘zielen’ die hen reeds voor zouden zijn gegaan.
Lazarus. In Joh.11:11-14 staat een kort gesprek vermeld tussen Jezus en zijn leerlingen. Lazarus is net overleden en Jezus zegt dan: “Onze vriend Lazarus is ingeslapen, ik ga hem wakker maken.’ De
leerlingen zeiden: ‘Als hij slaapt, zal hij wel beter worden, Heer.’ Zij dachten dat hij het over slapen had, terwijl Jezus bedoelde dat hij gestorven was. Toen zei hij hun ronduit: ‘Lazarus is gestorven…” Jezus spreekt hier dus over de dood als een slaap. Welke woorden van troost richtte hij daarna tot Marta, de zuster van Lazarus? Zei hij: “Wees maar niet verdrietig, want zijn ‘ziel’ is nu toch bij God?” Nee, Jezus wist uiteraard wel beter. In plaats daarvan verwijst hij naar de opstanding. Daarop was blijkbaar ook Marta’s hoop gevestigd: “Ja,” zei Marta, “ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan” (Joh.11:24). Zij weet dan nog niet dat Jezus haar broer nu al uit de doodslaap tot leven gaat wekken. Zegt Jezus dan als hij bij het graf is gekomen: “Lazarus, kom uit de hemel naar beneden”? Nee, want daar is Lazarus niet. Hij is in het graf. Daarom beveelt Jezus hem: “Lazarus, kom naar buiten!” (Joh.11:43). Ook uit dit voorbeeld blijkt opnieuw dat we géén ‘ziel’ hebben die bij de dood naar de hemel gaat.
Zielen aan de voet van het altaar. Toen het vijfde zegel in een visioen uit Openbaring werd verbroken, zag Johannes “aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis.” Ze riepen luid tot God om wraak om wat hen was aangedaan: “O heilige en betrouwbare Heer, wanneer zult u de mensen die op aarde leven eindelijk straffen en ons bloed op hen wreken?” (Openb.6:9-10). Zijn dit ‘zielen’ in de hemel die om wraak roepen? Nee, want ze bevinden zich aan de voet van het altaar waarop ze geslacht zijn. Dat altaar staat niet in de hemel. We hebben hier te maken met dezelfde beeldspraak als bij Abel. Zoals zijn “bloed” uit de aarde tot God riep omdat hij vermoord was, zo roepen ook deze “zielen” om wraak omdat hun bloed vergoten is. Een “ziel” is in de Bijbel de totale mens, lichaam en geest. Net als alle andere mensen die gestorven zijn, moeten ook deze “zielen” wachten op de opstanding voordat ze de hemel kunnen binnengaan.
Zielen van onthoofden. Het visioen uit Openbaring 20 heeft betrekking op het einde der tijden. Hier ziet Johannes “de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken”. Dit zijn dezelfde “zielen” als die in Openbaring 6: mensen die gedood zijn vanwege hun trouw aan God. Maar nu met dit verschil: hier zijn ze wél in de hemel. Hoe dat kan, lezen we ook in dit gedeelte: “Zij waren tot leven gekomen” bij “de eerste opstanding” (Openb.20:4-5).
Uit al deze voorbeelden blijkt dat de Bijbel een consistent beeld schetst van wat er gebeurt als we sterven. Nergens is er sprake van een ‘ziel’ die naar de hemel zou gaan. Overal geldt de regel: “Stof ben je en tot stof keer je terug.”

GOED NIEUWS
In feite zouden we dus bij ons sterven definitief moeten verdwijnen in ‘het stof’ van de aarde, voorgoed
moeten terugkeren tot de materie waaruit we zijn gemaakt, ware het niet dat God liefde ís en hij ons niet zomaar aan de vergetelheid prijsgeeft. De evangelist Johannes verzekert ons: “Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Joh.3:16). Dát is het goede nieuws: door geloof in Jezus Christus is er tóch nog eeuwig leven mogelijk. Daarover is de Bijbel stellig, maar ook over het feit dat we dit eeuwige leven pas bij de opstanding zullen ontvangen.

OPSTANDING EN IDENTITEIT
We weten uiteraard niet precies hoe het er bij de opstanding zal toegaan. Maar laten we even teruggaan naar de vergelijking met de computer. Alles wat op de harde schijf van de computer was opgeslagen, kan weer worden opgeroepen zodra deze opnieuw wordt opgestart. In computertermen uitgedrukt, kunnen we zegge
Wanneer Christus ons bij de opstanding tot leven roept, zal iedereen er weer zijn, persoonlijk en herkenbaar, net zoals het opgeslagen document weer opnieuw op het computerscherm verschijnt.

Uitzonderingen op de regel
Volledigheidshalve moet hier worden vermeld dat er drie mensen zijn van wie we weten dat zij wél in de hemel zijn. Maar deze drie zijn daar ‘volledig’, en niet slechts hun ‘zielen’. De Bijbel verklaart zelf hoe dat kan. Henoch en Elia zijn niet gestorven, maar met lichaam en al opgenomen (Gen.5:24; 2 Kon 2:11).
Mozes is wel gestorven, maar op een later tijdstip opgewekt uit de dood (Judas 1:9). Deze drie zijn de
spreekwoordelijke ‘uitzonderingen die de regel bevestigen’.

SAMENVATTING
“Als het je tijd is, wat dan…?” Dan is er volgens de Bijbel geen ‘ziel ’die je lichaam verlaat en naar de
hemel gaat. Je sterft als totale mens, maar je identiteit is wel veilig gesteld bij God. Op zijn tijd zal de
opstanding van alle doden plaatvinden.
Iedereen die het evangelie heeft aanvaard, ontvangt dan het
eeuwige leven dat door God is beloofd. Wie hoopt zijn geliefden ooit weer te ontmoeten, mag uitzien naar de opstandingsdag.

Laurens Joosse

Kom tot leven – een ontdekking in de Bijbel

De Bijbel is voor sommigen een leidraad voor hun leven, anderen vinden er mooie verhalen in, maar veel mensen kennen dit boek alleen van de buitenkant, of kennen wel de verhalen die ze in het verleden gehoord hebben, maar lezen er niet of nauwelijks in.

Is de Bijbel nog van deze tijd? Is het een boek met verhalen die alleen voor het verleden van belang waren of kun je er nu nog steeds uit leren?

Veel mensen kunnen met de Bijbel niets beginnen. Zij denken dat het Bijbellezen tot niets leidt. Toegegeven, de waarde van de Bijbel ligt niet bepaald voor het grijpen. Maar wie de moeite neemt zich er werkelijk in te verdiepen, zal daarvan zeker de vruchten plukken. Je zult een bijzondere ervaring opdoen met de auteur van dit boek.

Esda Instituut heeft een oude cursus ‘Kom tot Leven’ opnieuw herschreven voor deze tijd. De cursus is online te volgen via Esda 

U kunt eenvoudig een account aan maken, en de lessen downloaden, evt. kunt u de bijbehoren vragen invullen.

De eerste les van deze cursus is hier te downloaden, zodat u alvast een beeld kunt krijgen van de online lessen.

De Bijbel is HET boek voor de mens van vandaag. Leer in deze cursus van 28 korte lessen hoe de Bijbel je leven kan verrijken.

De Adventkerk en de Oecumene

In sommige gemeentes van de ZDA kerk in Nederland,  ontstaat onenigheid over (intensieve) contacten met de Raad van Kerken.

Het begrip ‘oecumene’ is niet altijd voor iedereen precies hetzelfde.
In dit document staat een korte beschrijving  van wat de Rooms-katholieke Kerk en de Wereldraad van Kerken daaronder verstaan, en hoe ze zich tot de oecumene verhouden.

Ook wordt aandacht besteed aan de visie van de Adventkerk op ‘de oecumenische beweging’ en de vorm van ‘oecumene’ die de Adventkerk voor ogen staat.

Het document bevat alleen feitelijke gegevens uit diverse bronnen.

download hier het document

Hoe ontdek je een bedrog?

‘‘s werelds grootste misleiding, groot, omdat het de bedoeling is ons eeuwig leven weg te nemen’.

De Bijbel helpt ons die te ontdekken door de geschiedenis te bestuderen aan de hand van het boek Daniël: de wereldrijken, waarvan werd voorspeld hoe lang ze aan de macht zouden blijven en hoe het hiermee zou/zal aflopen en er een nieuw koninkrijk wordt opgericht: Het eeuwige.
Hieruit blijkt dat God alles onder controle heeft.
Jezus komt spoedig om de heerschappij die zo lang geleden verloren is gegaan te herstellen.

Wat gebeurt er als je sterft? powerpoint

Powerpointpresentie “Wat gebeurt er als men sterft?”
Bron: ‘It is written’ van Mark Finley, met toestemming geplaatst

Er zijn zovele onbeantwoorde vragen betreffende de dood. Wat gebeurt er eigenlijk wanneer iemand sterft?
Is het de hemel? Of de hel? Of houdt alles op en blijft er niets over?

Iedereen weet wat er gebeurt met het lichaam, maar waar is de persoon die in dit lichaam leefde?
Wanneer mensen sterven, houden ze dan volledig op met bestaan, of gaat het leven in een andere vorm op een andere plaats verder?

Bekijk hier onder de powerpointvoorstelling (video)

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial